|
Op het scherm verschijnen twee lijstjes. De
leerlingen moeten duo’s aanklikken (bv. ¼ m = 25 cm). Ze
moeten 10 duo’s vinden.
Er zijn meer dan 10 waarden per lijstje. Soms zijn er waarden
die passen bij twee uitdrukkingen (1/2 = 5 dm maar ook 50 cm). Er
zijn ook breukvormen waarden die geen overeenkomstige waarde
hebben.
Bij een fout verschijnt tussen beide lijstjes een infobord (zie
afdruk).
|
Wat valt er te leren?
Omrekenen van breuken toepassen op
maateenheden.
Oefeningen als: 1/2 m = 5
dm ¼uur = 15
min.
Flash instructie
De oefening wordt toegelicht. Twee opgaven
worden exemplarisch opgelost.
Tips
* Het loont beslist de moeite leerlingen eens
te laten verwoorden welke strategie ze hier toepassen. Wie
werkt systematisch?
* Onderschat de moeilijkheidsgraad niet van
deze oefenreeks!