-
Leerlingen die rekenen maken fouten. Dat
is normaal. Bij het werken op de computer is dat echter niet erg.
Er volgt immers een onmiddellijke feedback. Belangrijk is wel dat
leerlingen tijd neemt om de feedback te analyseren en
op die manier te 'leren van zijn fouten'.
Maar er zijn ook hardnekkige fouten. Meestal zijn ze het gevolg van
een 'onoplettendheid', te gehaast zijn.
Of ze worden uitgelokt door de getallen of de
situatie.
|
-
Omrekenen van %: delen door het %
bv. 5% van 200 = 40
|
Dit is een bijzonder
hardnekkige fout. Als je de leerling erop wijst, krijg je vaak als
reactie: "Ja, ik wist het wel, maar...".
De fout treedt vooral op als het geheel een herkenbaar veelvoud is van het
%.
De kans dat de leerling de fout maakt
bij 5% van 130 is heel wat kleiner dan bij 5% van
500.
'De zaak %' helpt
op twee manieren.
Ten eerste zijn in het pakket oefeningen ingebouwd die de fout
'uitlokken'.
Ten tweede herkent het pakket deze fouten en worden ze
geregistreerd. Ze worden ook onmiddellijk aan de leerling kenbaar
gesignaleerd via een MessageBox die de leerlingen eerst moeten
lezen voor ze doorkunnen. In de scorestrook verschijnt de
letter K (van 'kriminele fout').
|
-
Bij redactieopgaven onmiddellijk aan het
rekenen slaan zonder de situatie in beeld te brengen.
b.v. korting: 10%.
Hoeveel betaal ik nu voor een cd die € 20,- geprijsd
staat?
Antwoord: € 2
|
Typische fout voor
kinderen die onvoldoende de situaties analyseren.
Ze zien een getal, ze zien een % en ze rekenen uit.
De zaak % biedt hiervoor vooral ondersteuning
via het
deel-geheel-schema. Daarop wordt de relatie (in dit geval tussen
catalogus, korting en nettoprijs) weergegeven.
Op die manier ervaren de kinderen dat een schema kan helpen om een
situatie doorzichtig te maken. Zet ze aan om dit schema ook te
gebruiken als ze 'op papier ' werken.
|
-
Onnauwkeurig analyseren van de situatie.
'Doorgaan op je elan.'
|
Een typisch voorbeeld
hiervan vind je in het scenario 'Top drie'.
Bij de opgaven 1 tot 3
moeten de leerlingen de score (b.v. 40 op 100 meisjes verkiezen
tennis als lievenlingssport) in % voorstellen op het honderdveld.
Aangezien score en % hier overeenstemmen gaat de aandacht naar het
tekenen.
Bij opgave 4 verandert de situatie. Er staat nu b.v. 4 op 10
leraars geven graag wiskundeles. De score moet hier dus omgerekend
worden. Sommige leerlingen nemen op dat ogenblik niet eens de
tekst meer door. Ze kijken enkel naar de percentages die moeten
voorgesteld worden.
|
|
|
|
|