In de huidige didactiek wordt belang gehecht aan
'flexibel hoofdrekenen'.
In Vlaanderen is 'flexibel rekenen tot 100' zelfs
een eindterm.
Dit betekent o.m. dat leerlingen van het
basisonderwijs in staat zijn om soepel te kiezen tussen
een aantal strategieën rekening houdend met de getallen in
de opgave en de aard van de bewerking.
Enkele voorbeelden:
PLUS/MIN
Bij
een opgave als 28 + 19 kan men uiteraard een standaardprocedure
toepassen
bv. 28 + 10 + 9 of nog
(20 + 10) + (8 + 9).
Het is
evenwel makkelijker om bij deze opgaven één van beide
termen aan te ronden
bv. 28 + 20 - 1 of
28 + 19 = 30 + 17
Het
rekenvoordeel van deze alternatieve strategieën is nog sterker
bij het rekenen met kommagetallen:
bv. 24,9 + 3,75 kan je
makkelijk oplosen als 25 + 3,65 dan als 24,9 + 3 -
0,75
MAAL/GEDEELD
Ook
bij het vermenigvulden en delen zijn er bij sommige opgaven
voordeelstrategieën.
Bekend is het rekenvoordeel dat we toepassen. als de
vermenigvuldiger 9 is
bv. 9 x
37 Standaardstrategie: 9 x 30 + 9 x 7
Rekenvoordeelstrategie: 10 x 37- 1 x 37
bv. 5 x
4,6 Rekenvoordeel: 5 =(10 x 4,6) / 2
En wat
gedacht van het verdubbelen bij 8x
Standaardstrategie:
8 x 2,35 = 8 x 2 + 8 x 0,35 )
Via verdubbelen: 2,35 dubbel 4,7 dubbel 9,4
dubbel 10,8
Rekenen tot 100 en 1000 is geknipt om een stevige basis te
leggen voor flexibibel denken en rekenen.