17. Abacus en euro
Doel
   
-   Geordende hoeveelheden voorstellen met geld en abacus.
     -  Optellen en aftrekken met steun van het geordende geld
Verloop
graphic
Bij elke opgave moeten twee taken uitgevoerd worden:
Taak1 :Waarde voorstellen op de abacus.
Er wordt een waarde weergegeven met munten en bankbiljetten.  Die waarde moet voorgesteld worden op de abacus. Om beter zicht te hebben op de voorgestelde waarde, kunnen de bankbiljetten versleept worden. Ze kunnen b.v. per rang worden gelegd.
Taak 2 : De leerling moet een eenvoudige optelling of atrekking uitvoeren.
   b.v. In bezit: € 145   Je krijgt € 10 bij. Hoeveel ?
De opteller (aftrekker) is een zuiver H, T of E.
De leerling moet het antwoord intikken. Hij kan als hulp het biljet dat de bijkomende waarde voorstelt verslepen. (Bij een aftrekking: omgekeerd)
Gradatie
Aanvankelijk wordt gewerkt met bankbriefjes die duidelijk de ‘rang’ tonen (briefjes van 100 voor H, enz..). Later komen ook voorstellingen aan bod waarbij het ‘100’ gevormd wordt door 2 briefjes van 50, e.d. Dat zorgt voor een bijkomend moeilijkheid.
TIP   ABSOLUTE AANRADER VOOR HET DIGITAAL SCHOOLBORD.