Doel
- Hoeveelheden groeperen per 10 en per
100.
- Geordende hoeveelheden
voorstellen met MAB, op de abacus en met de 1000-kubus.
- Verschil
‘zien’tussen twee hoeveelheden voorgesteld op de
abacus.
Verloop
|
Bij elke opgave
moeten twee taken uitgevoerd worden.
Taak1 : Groeperen.
Er verschijnen b.v. 245 losse figuurtjes. Door te
klikken op H,T of E worden die gegroepeerd per 100, 10 of 1
(MAB). Tevens wordt bij elke klik een kraal op de abacus
bijgeplaatst.
Taak 2 : het verschil bepalen.
Er verschijnt een tweede abacus. Daarop wordt een tweede getal
voorgesteld b.v. 255. De leerling moet het verschil
bepalen. Het verschil bedraagt een zuiver H, T of E.
Als controle tekent het programma twee kubussen waarbij het
verschil duidelijk merkbaar wordt.
|
Gradatie
De opgaven worden geleidelijk aan
moeilijker.
Tip
* Neem de tijd
om de voorstellingen te bespreken. Laat de leerlingen
‘experimenteren’ tijdens het groeperen. Laat ze b.v.
eens groeperen zonder de H knop te gebruiken. Er wordt dan
ingewisseld op de abacus en bij het MAB-materiaal.
* Abacus en MAB samen tonen duidelijk de relatie tussen
‘rang en waarde’. Die relatie wordt nog duidelijker
via het ‘uitvouwkadertje’ onder de abacus.
Bespreek met de leerling wat de bedoeling ervan is. Misschien kun
je samen zo’n papieren vouwblaadje maken.
Dit scenario biedt schitterende
demonstratiemogelijkheden voor het digitaal
schoolbord.