Leerplan
Getalbegrip
* Kommagetallen interpreteren en gebruiken als een uitbreiding van het getallenbereik in het tientallig plaatswaardesysteem.
* Kommagetallen met hoogstens drie decimalen lezen en schrijven en gebruik maken van de termen en symbolen:
 tiende (t), honderdste(h) en duizendste(d)
* Kommagetallen met hoogstens drie decimalen vergelijken en ordenen en onder meer aanduiden op de getallenas
* De gelijkwaardigheid inzien tussen kommagetallen en breuken
* Kommagetallen herstructureren (0,75 = 7 t  en 5 h = 0,5 + 0,25 = 3 keer 0,25 ...)
Bewerkingen
* Inzicht in de eigenschappen van en de relaties tussen bewerkingen: schakelen, volgorde bewerkingen.
  Hoofdrekenen
* Eenvoudige kommagetallen optellen en aftrekken.
* Het product berekenen van een natuurlijk getal met een kommagetal bv. 9 x 0,7
* Kommagetallen delen door een natuurlijk getal bv. 0,15 : 3
* Natuurlijke getallen delen door een natuurlijk getal, quotiënt is een  kommagetal bv. 4 : 5
* Natuurlijke en kommagetallen vermenigvuldigen met 10, 100, 1000, 5
* Natuurlijke en kommagetallen delen door 10, 100, 1000, 5
Metend rekenen
* Resultaten van metingen lezen en noteren.
* Standaardmaateenheden kennen en gebruiken.
* Dingen sorteren of rangschikken volgens grootte.
* Gebruikelijke meetinstrumenten gebruiken.
* Beseffen dat de nauwkeurigheid van een meting beïnvloed wordt door de maateenheid.
* Ervaren en inzien dat, hoe groter de maateenheid, hoe kleiner het maatgetal is en omgekeerd.
* Basisherleidingen uitvoeren. Van m naar dm, cm  Van l naar dl, cl  Van kg naar g.
* Metriek stelsel opbouwen i.v.m. lengte, inhoud, gewicht;
* Geldwaarden. Gebruiken muntsukken en bankbiljetten. Symbolen. Geldwaarden op verschillende manieren noteren. Betalen, wisselen, teruggegeven.
* De temperatuur tot op 0.1° aflezen. Koortsgrafieken aflezen.
* Meetresulaten in tabellen, grafieke,... verwerken.