Adaptiviteit
Nog eens rekenboek versus computerprogramma
Ook een goed rekenboek is gebonden aan beperkingen. Zo kan de ingebouwde gradatie,  hoe zorgvuldig ook bedacht,  geen rekening houden met individuele verschillen bij het doorlopen van de oefeningen.
Een goed computerprogramma kan dat wel. In principe is het mogelijk om de opgaven binnen eenzelfde oefenreeks, aan te passen aan de prestaties van elke leerling; en dit tijdens het oefenen.
We spreken in dat geval van  adaptieve regeling van de moeilijkheidsgraad.
Adaptieve computerprogramma's zijn zeldzaam.  De reden is duidelijk. Het kost immers heel wat extra programmertijd en is daardoor duur.
Bij EWOC programma's is die faciliteit standaard ingebouvd. Ze  zijn geheel of gedeeltelijk adaptief.
Implementatie in ZERO KOMMA NUL.
- Gebruik hulpvoorstelling.
In sommige  scenario's zijn de aangeboden opgaven  gekoppeld aan een hulpvoorstelling;
Aanvankelijk verschijnt de hulpvoorstelling automatisch of kan ze vrij opgeroepen worden door de leerlingen.
Later verschijnt ze enkel nog na een fout.
- Keuze getallen in de opgaven.
graphic
Bij sommige scenario's (o.a. bij de tempo-oefeningen; scenario's T1-2-3) kan de leerling vooraf bepalen welke getallen mogen worden aangeboden.
Dit instelbord verschijnt zowel bij een eerste inloggen als na elke afgewerkte reeek. Een leerling kan  geleidelijk de moeilijkheidsgraad verhogen of verlagen indien nodig.
- Regeling tempodruk.
Bij T2 en T3 kan de leerling zelf de moeilijkheidsgraad of de tempodruk verhogen/verlagen.
Bij T1 gebeurt dit op een ingenieuze manier door de computer. Bij dat scenario bestaat een oefenreeks uit een trainingssesssie en een testsessie. Tijdens de trainingssessie oefent de leerling zonder tempodruk. Het programma meet de reactietijd. Bij de testsessie wordt de tempodruk ingesteld op de gemeten reactiesnelheid. In feite duelleert elke leerling met 'zichzelf'.  Een knap staaltje van adaptiviteit.