Bij elk thema doorlopen de leerlingen drie
fasen.
|
|
Probeer en leer.
De leerlingen krijgen de kans om te experimenteren met een
simulatie.
Het is de bedoeling dat ze hun 'ervaringen' met elkaar delen.
Bij sommige simulaties is het de bedoeling dat ze opdrachten
bedenken waarbij ze elkaar testen in hoeverre de leerinhouden
begrepen zijn.
Deze fase wordt verder nog opgesplitst in twee
subfases:
a. Klik, kijk en leer. De leerlingen
voeren de opgegeven opdrachten uit met de simulatie.
b. Test elkaar. Ze bedenken zelf
opdrachten en geven die aan elkaar. Met behulp van de simulatie
lost de 'andere' de opdracht op.
|
|
|
Oefen
Een specifiek leerdoel wordt ingeoefend.
De leerlingen werken samen aan de opdrachten.
Ze zijn samen
verantwoordelijk voor het halen van het beoogde doel: tien
opdrachten correct afwerken.
|
|
|
Duel
Hetzelfde leerdoel wordt op een speelse manier
ingeoefend.
Spelvormen: bingo, superkid, ..
De leerlingen spelen 'tegen elkaar' .
|
