Bij een voetbalwedstrijd komt heel wat
tijdinformatie om het hoekje kijken.
Typisch is dat we daarbij in twee 'schalen'
werken.
Er is het bijhouden van de wedstrijdduur. In het
stadion gebeurt dat tegenwoordig met een digitale klok.
|
De stadionklok geeft de verstreken wedstrijdtijd
aan in minuten en seconden.
Tijdens de rust blijft de klok op 45:00 staan. In
de tweede helft loopt ze verder door tot 90:00 (= 2x 45 minuten,
anderhalf uur)
Dat is ook de manier
waarop de informatie op het TV-sxherm verschijnt.
|
Daarnaast is er de 'werkelijke' kloktijd. Een
wedstrijd begint bv. om 15:00 (uur en minuten). Die klok blijft
uiteraard doorlopen tijdens de rust.
Dit biedt ons de kans op een interessante
doordenkoefening.
Stel. Een wedstrijd begint om 15:00. Er wordt
een doelpunt gescoord in de 10de minuut van de eerste helft.
Hoe laat is het dan? Dat is vrij makkelijk; 15:00 + 10 min. =
15:10
De gelijkmaker valt in de 10de minuut van de
tweede helft. De stadionklok geeft aan: 55:00 (55ste minuut).
Hoe laat is het nu? Dat is wat lastiger; we mogen de pauze niet
vergeten. Antwoord : niet 15:55 maar 16:10
Hoe pakken we het aan?
|
De leerlingen maken kennis met een
wedstrijdverslag zoals het in de krant staat.
Daarnaast krijgen ze een tijdslijn waarop de gebeurtenissen van het
verslag in 'realtime' worden weergegeven. Tenslotte is er een
digitale stadionklok waarop de verlopen wedstrijd wordt
weergegeven. Ze krijgen de kans te experimenteren met de
tijdslijn.
|
|
Ze maken een eigen wedstrijdverslag en moeten de
tijdslijn aanpassen.
Daarbij worden ze
geconfronteerd met de dubbele tijdschaal. Niet makkelijk!
|
|
Match. Het komt erop aan de informate
(stadionklok en aftraptijd) correct te interpreteren.
Wie goed antwoordt scoort. Maar.. een foutief antwoord leidt tot
een strafschop voor de tegenpartij.
|
Tijdsnotatie
In sportverslagen wordt een afwijkende notatie
gebruikt om minuten en seconden weer te geven.
bv. 10' Messi scoort. 10' staat voor : de 10de
wedstrijd minuut
In het programma gebruiken we deze notatie. Het
zal nodig zijn de leerlingen daarmee vertrouwd te maken.
Doelgroep:
6de leerjaar. Haalbaar in een 5de leerjaar mits
begeleiding.