Wat valt er te leren?
Aantallen vergelijken en de vergelijking
verwoorden met de termen meer, minder, evenveel, x meer dan, x
minder dan.
Voorstelling - Instelbaar
Bij dit scenario werken we in het
vergelijkingsschema. Maximum = 4, 5 of 6
Oefenverloop
|
Je ziet links een foto met 2 knuffels.
Het roepventje geeft een opdracht: je moet rechts een foto plaatsen
met evenveel knuffels.
|
|
Als feedback verschijnen twee turfstroken (zie
afdruk).
|
Spits met
Bits...
't Zijn de kleine dingen die het doen.
|
Als controle tekent Bits 2 turfstroken. Die
combineren een aantal vergelijkingsmethodes.
a. Turfen. Voor elke
knuffel kleuren we een cirkel.
b. 1 - 1- relatie. We
vergelijken beide stroken. We zien duidelijk dat er voor elke
knuffel links, ook een knuffel rechts is.
c. Uiteraard kunnen
we makkelijk tellen.
d. Voorbereiding op
het symboliseren. Indien er rechts MEER zijn, is het ingekleurde
deel van de strook langer.
Dat vergemakklijkt de introductie van de symbolen < en >. Zie
scenario 3.