Klik op een vlag, kies een naam en klik op
het skatertje. U komt in het instelscherm van de gekozen
module.
U kunt nu op twee manieren instellen.
|
Klik op de knop met de kinderen als u MANUEEL wil
instellen.
Klik het scenario aan dat u wil
oefenen.
Stel het maximum in.
Klik dan op het skatertje onderaan rechts.
De gekozen oefenreeks wordt ingeladen.
Nadat ze is afgewerkt, komt u terug in dit
scherm.
Kies voor 'manueel instellen' als u wil dat
alle leerlingen hetzelfde scenario oefenen. Het is ook de beste
keuze in het kader van individuele begeleiding.
Kies voor 'computerbeheerd instellen' (zie
hieronder) bij zelfstandig oefenen in de computerklas of
tijdens het hoekenwerk.
|
|
Klik op de
knop met de robot als u COMPUTERBEHEERD wil instellen.
U krijgt nu
een nieuw instelscherm: twee drakenbergen met daarop twee keer de
nummers 1 tot 10.
Het
programma bepaalt nu zelf welk beginscenario wordt
gekozen en stelt de parameters in. Dat gebeurt op basis van
de vorderingen van de ingelogde leerling.
Op de afdruk ziet u dat het programma level 3 instelt.
U (of de leerling) kan eventueel een ANDER beginlevel kiezen. Klik
op een NUMMER op de berg of een item in de lijst met de CB-
leerlijn.
Het beginlevel kan ook vooraf worden aangepast voor de hele groep.
(Voor meer details: zie Computerbeheerd
oefenen)
Klik tenslotte op het skatertje om de oefenreeks op te
starten.
Na het afwerken van de oefenreeks komt de leerling NIET terug in
dit scherm. Automatisch wordt het volgende niveau uit de CB-
leerlijn aangeboden.
|
-
-
Let op de plaats van het skatertje.
Staat het links, dan heeft u gekozen voor MANUEEL oefenen.
Staat het rechts (onder het CB- bord,) dan heeft u gekozen
voor COMPUTERBEHEERD oefenen.