Wat valt er te leren?
Aantallen weergegeven door een cijfer vergelijken
en de vergelijking voorstellen met de symbolen <, > en =
.
Voorstelling
Bij dit scenario werken we in het
vergelijkingsschema. Onder het schema staan twee
getalstroken.
Het vergelijkingsteken staat nu tussen de stroken. Maximum: 6
Oefenverloop
|
Je krijgt twee getallen: hier 2 en 4.
Klik op het passende
vergelijkingsteken.
|
|
Als feedback verschijnen twee verticale stroken
en worden de getallen aangeduid op de maatlat in het midden.
Het vergelijkingsteken wordt groen of oranje ingekleurd
Merk op: het inkleuren gebeurt met een kleine
animatie.
Je ziet de blauwe en magenta strook 'groeien'. Dit versterkt het
vergelijkingseffect.
|
Spits met Bits...
'
t Zijn de kleine dingen die het doen.
|
In dit scenario' maken de leerlingen kennis met
twee nieuwe figuren: de proffen Hokus en Pokus.
Stel hen op een ludieke manier voor. Omschrijf ze als 'niet al te
snugger'. Ze 'concurreren' graag met elkaar in hun 'labo'. Wie
heeft het meest?
De labo-voorstelling
biedt heel wat mogelijkheden:
* de context van 'vergelijken' hier heel tastbaar. Door de stroken
'groeien' ontstaat bovendien een zekere
spanning;
* de hoeveelheden
zijn niet meer telbaar;.
* de voorstelling
bereidt het aflezen van een verticaal georiënteerde
getallenlijn (thermometer) voor.
We gebruiken de
voorstelling ook heel nadrukkelijk in vlag 4 Maak= o.a. bij
de oefenreeksen rond bomsommen.