Wat valt er te leren?
Aantallen vergelijken en de vergelijking
voorstellen met de symbolen <, > en =
Voorstelling - Instelbaar
Bij dit scenario werken we in het
vergelijkingsschema. Maximum: 6
Oefenverloop
|
Je ziet links een foto met 4 knuffels.
Rechts een foto met 1 knuffel.
De leerling moet het passende vergelijkingsteken
aanklikken.
|
|
Als feedback verschijnen twee turfstroken en het
vergelijkingsteken wordt groen ingekleurd (indien correct) of
rood doorstreept (indien fout).
Ook verschijnt een
cijfernotatie boven de borden.
|
|
Vanaf opgave 6 geen knuffels meer, wel
smilies.
Hier variëren we de schikking, de kleur en de grootte.
|
Spits met
Bits
t Zijn de kleine dingen die het doen.
|
Sommige kinderen hebben het lastig met de richting
van het ongelijkheidsteken. Leerkrachten bedenken er diverse
hulpmiddelen voor. Denk aan een vogelbekje. De vogel spert zijn
bek open in de richting van het 'grootste'. De schikking van de
turfstroken sluit hierbij aan.
De
cijfernotatie verschijnt pas bij een juist antwoord. Ze legt a.h.w.
het resultaat van de vergelijkingsact vast.
De
cijfers staan boven de turfstroken. Het verband is
duidelijk.