Leerinhoud: synthesetest.
Verloop
Het spel bestaat uit
een voorronde en finale.
|
Voorronde
De leerlingen
antwoorden om beurt.
Een juist antwoord levert 5 seconden op.
Let wel. Bij de start
krijgen de leerlingen een aantal seconden. Dat aantal is niet voor
alle leerlingen gelijk. Wie vroeger als eens een Superkid-duel won,
start met een handicap van 5, 10 of 15
seconden.
|
|
Finale
Wie minst seconden
heeft, mag antwoorden.
Terwijl wordt
nagedacht tikken de seconde weg. Bij een juist antwoordt, neemt de
speler 10 seconde weg bij de tegenstander.
Wie de tegenstrever op NUL krijgt, wordt
Superkid.
|
Tip
U kunt via dit
spel een tornooi organiseren. Wie wordt de
Super-superkid.
Doe het als
volgt.
De leerlingen spelen
per twee tegen elkaar. Na elke reeks worden een nieuw duel
samengesteld: winnaars spelen tegen elkaar, verliezers
idem.
Wanneer twee spelers
met een verschillend aantal 'medailles' tegen elkaar spelen, start
de leerling met meer medailles met een handicap. Op die manier
blijft het spannend.
Wie nooit verslagen
wordt, is de Super-superkid.